Kanjertraining
De Kanjertraining
De
Kanjertraining bestaat uit lessen met oefeningen om de kinderen om te leren
gaan met pesten, conflicten, uitsluiting en sociaal teruggetrokken gedrag. Dit
wordt bijvoorbeeld gedaan door het gebruik van verschillende petjes, die verwijzen
naar verschillende gedragskeuzes. Zo staat de witte pet voor kanjergedrag waar
de naam van de training ook naar verwijst.
De meeste mensen willen te vertrouwen zijn. Op die manier willen we gezien,
gehoord en begrepen worden. We gaan daarom uit van elkaars goede bedoelingen en
kijken met vertrouwen naar elkaar en de kinderen. Ons uitgangspunt is daarbij
dat je jezelf mag zijn. Doe je niet anders voor dan wie je werkelijk bent,
zoals je bent is het goed. En daarmee ben je te vertrouwen.
Afsprakenposter:

Als leidraad voor hoe wij op school met elkaar om willen gaan, gebruiken we
de volgende vijf uitgangspunten van de Kanjertraining. Op school ziet u
deze uitgangspunten op de kanjerafsprakenposters. De kleuren verwijzen
naar de petten.
We geven het goede
voorbeeld:
De kinderen voelen zich veilig als ouders én school samen het goede
voorbeeld geven:
- We gaan respectvol met elkaar om.
- We spreken respectvol over elkaar en de kinderen, ook op sociale media
- Indien zich een probleem voor doet of als we ons zorgen maken, dan
overleggen we met elkaar. We zoeken een oplossing die goed is voor alle
betrokkenen en die recht doet aan de situatie.
Kanjerpetten –
Ik ben de baas over mijzelf en mijn gedrag

Om in gesprek te gaan over gedrag maken we vanuit de Kanjertraining gebruik
van petjes met vier verschillende kleuren. Wanneer zich een probleem of
stressvolle situatie voordoet hebben we een keuze om verschillend te reageren.
We maken kinderen bewust van hun gedrag en oefenen met nieuw gedrag. Kinderen
kunnen zo leren kiezen voor gedrag dat bij hen past en dat prettig is voor
henzelf en de ander. Een kind ís niet de kleur van het petje, maar laat gedrag
zien dat bij deze kleur hoort.
Het gaat mis als je
niet doet als jezelf:

Het gaat mis als we niet meer onszelf zijn. Dan valt de witte pet weg. Je
doet dan zo:
Smileyposter:

Welk gedrag willen we wel en niet op school? Waar ligt de grens? De
smileyposter geeft hier handvatten voor. Wij willen kinderen leren om rekening
met elkaar te houden. Let dus een beetje op de gevoelens van de mensen om je
heen. Check even of de ander zich nog goed voelt bij jouw gedrag. Andersom
geldt ook: het is jouw verantwoordelijkheid om aan te geven wanneer je je
ergens niet prettig bij voelt. De meeste mensen bedoelen het goed, maar het
gaat wel eens mis. Je helpt de ander door je grens aan te geven: “Ik vind het
vervelend als je … doet. Wil je dat anders doen?”
Motor en benzinepomp:

Met de Kanjertraining leren we dat alles wat aandacht (benzine) krijgt groeit.
Vervelend gedrag (motor) blijft doorgaan en krijgt status als kinderen
meelachen en erbij staan. We maken kinderen bewust van de benzine die ze (vaak
onbedoeld) geven aan gedrag dat niet prettig of storend is.
Zo leren kinderen sociale verantwoordelijkheid te nemen en ervoor te kiezen
om geen benzine te geven. In onveilige klassen bekrachtigen kinderen elkaar in
negatief, te stoer gedrag. Pas wanneer kinderen leren om geen benzine meer te
geven, als de norm verandert, dan valt er geen winst (status, populariteit)
meer te behalen met negatief gedrag.
Gedoe hoort erbij en
is leerzaam

Het is normaal dat kinderen af en toe ‘last’ hebben van elkaar. Dit gebeurt
thuis en op school. Ze willen spelen met hetzelfde speelgoed, ze willen rustig
werken terwijl een ander door de klas roept. Ze willen met hetzelfde kind
spelen maar niet met elkaar. Kortom: er ontstaat gedoe. Dit zijn voor kinderen
allemaal leermomenten. In het volwassen leven moeten wij immers ook leren
omgaan met onze behoeftes en die van anderen. We zullen onze grenzen en wensen
moeten aangeven.
Grenzen aangeven
Jij zit in een klas met kinderen die te vertrouwen willen zijn. We leren
kinderen om rustig aan te geven dat ze ergens last van hebben en te vragen of
de ander wil stoppen.
En als het gedrag
doorgaat?

Vuistregel van de Kanjertraining: een motor kan niets beginnen, als het
geen benzine krijgt. Word dus niet boos, ga niet huilen, ga niet in discussie.
Laat de klasgenoot die vervelend doet kletsen, en ga samen met een klasgenoot
die je vertrouwt (maatje of buddy) iets anders doen. Als jij niet meer op het
vervelende gedrag let, houdt het meestal vanzelf op. Gaat het toch door? Dan
stap je naar een volwassene die kan helpen (juf, meester, pleinwacht, ouders).
De presentatie
Kanjertraining op OBS De Slinger is hier te bekijken; https://prezi.com/view/dQcc8FgSwE2BPSS8p1oX/